Hart Magazine (NL)

De Mosterd – Sam Steverlynck

In deze rubriek polsen we waar kunstenaars de mosterd hebben gehaald voor hun (recente) werk. Deze keer heeft Lennart Lahuis het over de installatie waarmee hij woorden in waterdamp schrijft en die te zien is op de tentoonstelling In the Age of Post-Drought in CID, Grand-Hornu.

Ik ben eigenlijk beginnen te werken met efemere processen zoals verdamping toen ik nog aan De Ateliers in Amsterdam studeerde. Ik maakte toen gestileerde vormen van vloeistof op de vloer. Daarna begon ik te werken met letters in vloeistof omdat dit in mijn ogen de meest gestileerde ‘vlekken’ waren die ik kon bedenken. Sinds 2015 heb ik meerdere installaties gemaakt waarbij kolommen van tekst in water te zien zijn. De techniek die ik daarvoor gebruik, is verwant aan verschillende grafische reproductietechnieken die het verschil tussen hydrofobe en hydrofiele oppervlaktes aanwenden om inkt op papier over te brengen. Daarmee heb ik heel uiteenlopende teksten gepresenteerd die elke dag verdampen, waarna ze weer worden bijgevuld.

In 2018 heb ik op mijn solo booth bij Dürst Britt and Mayhew op Art Brussels en tijdens mijn solotentoonstelling Land Slides in Keramiekmuseum Princessehof een serie kleitabletten getoond waarin water en erosie centraal stonden. In de klei had ik tekst en afbeeldingen aangebracht die gedurende de tentoonstelling geleidelijk aan erodeerden doordat er water over stroomde. Hiervoor had ik een wetenschappelijk artikel hernomen dat verscheen tijdens de Brexit-periode en dat de ontstaansgeschiedenis van het Nauw van Calais beschreef. Dat ontstond door de erosie van een landrug die het Verenigd Koninkrijk lang geleden met vasteland Europa verbond. Om de tekst in klei aan te brengen, werkte ik met een aangepaste vorm van letterzetten, de techniek waarmee men vroeger boeken maakte. De afbeeldingen in klei had ik daarentegen met hedendaagse reproductietechnieken gemaakt zoals CNC frezen en lasersnijden. Het was voor mij een interessant gegeven om met zeer uiteenlopende tijdseenheden te werken. Ik paste zowel oude als nieuwe technieken om informatie te reproduceren toe op klei – dat al sinds het spijkerschrift is verbonden met het vastleggen van informatie. Maar ook door actualiteit te verbinden met een tekst die over een erosieproces van duizenden jaren geleden gaat. En op haar beurt weer erodeert gedurende de tentoonstelling.

In tegenstelling tot de zogenoemde waterteksten wilde ik voor mijn nieuw werk in Le Grand Hornu het verdampen van tekst zichtbaar maken. Voor deze installatie heb ik vier containers – een waterkoker, twee bidons en een afvalbak – omgevormd tot stoomobjecten die de zin WHEN IS IT – THAT WE – FEEL CHANGE – IN THE AIR weergeven in stoom. Deze zin verwijst naar de thematiek van de tentoonstelling waarin kunstenaars en ontwerpers ingaan op de gevolgen van klimaatverandering voor watervoorziening. Ik was al een tijdje bezig met mijn stoomobjecten, toen ik ontdekte dat Grand Hornu een productieplek voor stroommachines is geweest ten tijde van de Industriële Revolutie. Dit was puur toeval. Maar het verbond mijn werk en de thematiek van de tentoonstelling op een poëtische manier met de plek waar het te zien is. In de archieven van SAICOM en het Plaetens-fonds heb ik een aantal bouwtekeningen van stoommachines en ander archiefmateriaal gevonden die mijn stoomobjecten omringen. In deze installatie ga ik niet zozeer in op de gevolgen van klimaatverandering voor watervoorziening, maar toon ik juist hoe water onderdeel was van technologische ontwikkelingen die later zouden bijdragen aan klimaatverandering.